Allerheiligen 1 november
De novembermaand heeft een heel eigen karakter. Een maand tussen herfst en winter. De donkere tijd breekt aan. De bomen waaien kaal, de natuur verliest haar buitenkant en trekt zich naar binnen terug. November kan al flink koud zijn en de eerste sneeuw kan vallen.
Als kerkgemeenschap trekken we ons ook een beetje naar binnen terug. Een saaie maand is het binnen de kerk echter niet: Allerheiligen, Allerzielen, St. Willibrord, Sint Maarten, Caeciliafeest, Christus Koning en het begin van Advent! Feest- en gedenkdagen genoeg!
En we beginnen met het Volk, dat geteld wordt: Allerheiligen op 1 november. We denken aan de velen die heilig verklaard zijn. Niet omdat ze met een aureooltje zijn geboren. Maar wél omdat ze door hun levenswijze zijn opgevallen en daardoor een aansprekend voorbeeld zijn geworden. Sint Willibrord is er zo een. Hij heeft in de 7e eeuw het christelijk geloof naar ons land gebracht. En wie kent Martinus/Sint Maarten niet? En zo zijn er velen. De 144.000 getekenden, zo hoorden we vroeger op Allerheiligen in de lezing. En wij, de gedoopten horen er ook bij. Toegewijd aan God en aan elkaar. Heiligen in de dop! St. Paulus noemt de gelovigen dan ook al ‘heiligen’. Mooi hè, had u vast niet gedacht.
Wat zijn dat eigenlijk, heiligen?
Het zijn mensen, die door God met bijzondere gaven bedeeld zijn, aldus de dikke van Dale. Heiligen… de kerk kent er nogal wat. Ze zijn als gebrandschilderde ramen, het licht van God straalt door hen heen naar ons toe. Ze zijn gebeiteld in steen, mensen van stavast, mensen die staan voor hun geloof. Hun afbeeldingen zijn in warme tinten geborduurd op kerkelijke gewaden, op wandkleden, of geschilderd op muren en op linnen. De kerk heeft in de voorbije 20 eeuwen vele vrouwen en mannen heilig verklaard. Bekenden en onbekenden die, ieder op hun eigen manier, inhoud hebben gegeven aan het christelijk geloof. Ze hebben het verkondigd, ze hebben ernaar geleefd, in gebed, woord en daad.
De meesten van ons hebben bij hun doop één of meer namen van heiligen meegekregen. Maar ook parochies, kerkgebouwen, scholen, verenigingen en kalenders, zijn naar hen genoemd.
In onze parochie zijn het de heilige Jozef, de heilige Dionysius, de heilige Gertrudis,, de heilige Maria, en de heilige zuster Maria Adolphine die hun naam hebben gegeven aan de geloofsgemeenschapen, hun kerkgebouwen en kapel.
Al die heiligen, al die mensen die heil brachten, mensen die heel maakten, leefden volgens Gods bedoeling en waren volgelingen van Jezus, wegwijzers ten leven. Zachtmoedigheid, zuiverheid, barmhartigheid en vredelievendheid kenmerkten hun leven. Eigenschappen ook van Jezus.
In het evangelie van deze feestdag spreekt Jezus over geluk. Tot ieder van ons zegt hij:
Proficiat, jullie, met ‘t hart op de goede plaats, een hart wat klopt voor elke medemens in nood.
Proficiat, jullie, die er belangeloos willen zijn voor de hulpbehoevende medemens.
Proficiat jullie, vredesengelen, nooit in conflict met anderen. jullie, die altijd het goede in anderen naar boven halen.
Proficiat jullie, die zó met het lot van een ander begaan zijn, dat het verdriet en de pijn van die ander ook júllie verdriet is, júllie pijn.
Proficiat jullie, die wakker kunnen liggen van het onrecht in de wereld.
Proficiat jullie, die mateloos barmhartig kunnen zijn: die anderen niet voorgoed afschrijven als zij in de fout zijn gegaan.
Proficiat, al die mensen met een fijn karakter, want jullie brengen een stukje hemel op aarde.
Jezus zelf gaf daarin het goede voorbeeld. Als een Goede Herder had hij zorg voor zijn mensen, hij liet niemand verloren lopen. Iedereen telde voor Hem mee, Hij was met velen begaan. Lammen deed hij lopen, blinden gaf Hij het levenslicht terug, doven deed Hij horen, stommen deed Hij spreken, uitgestotenen haalde hij terug in de kring. Na zijn dood leek dat alles voorbij…. nee, toch niet… Prachtig is dat verhaal van de Emmaüsgangers dat, op 2 november, Allerzielen, in veel kerken wordt voorgelezen. Dat verhaal over verdrietige leerlingen die geloven dat met Jezus’ dood alles voorbij is. Ze zijn op weg naar huis, ze willen hun oude beroep weer opnemen. En dan – opeens – komt die vreemdeling hen achterop, die met hen oprecht begaan is, die warme aandacht voor hen heeft. Hij opent hen de ogen… Hij breekt met hen het brood …. Hij is niet dood… Hij leeft! Als een lopend vuur is díe boodschap de wereld overgegaan. Het aantal gelovigen breidde zich uit, van enkelingen toen, tot ruim 2 miljard nu. Steeds zijn bezielende voorgangers de geloofsgemeenschappen voorgegaan, tot op de dag van vandaag. Samen met vele gelovigen houden zij het vuur brandend, ook bij ons, in parochie De Bron.
Lieve mensen, Mogen wij samen, pastoraal team, vele vrijwilligers én gelovigen, missionair zijn, voortgang geven aan het pastoraat in onze streek. Opdat het geloof, wat hier werd gezaaid, ook door degenen die we met Allerzielen gedenken, aanstekelijk mag blijven werken, tot welzijn van allen die ons pad kruisen, of ze nu katholiek zijn, protestant, moslim of anders; of ze nu jong zijn of oud. Mogen wij allemaal die gelukwensen van Jezus ter harte nemen en het goede doen, daar waar we kunnen. Zodat we dat woord Allerheiligen met één letter kunnen veranderen: Allen Heiligen.
Allerheiligen vieren we als parochie De Bron samen met de broeders in Huijbergen.
Wees welkom woensdag 1 november om 9.30 uur in de kapel bij de broeders in Huijbergen.
pastoresteam parochie De Bron.